Steeds minder zelfstandigen verzekeren zich tegen arbeidsongeschiktheid. Dat doen ze vooral niet om financiële redenen. Toch kan driekwart van de zzp'ers zich redden zonder verzekering, zij het op minimumniveau. Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het onderzoek "zelfstandigen en arbeidsongeschiktheid".
Onderzoek op basis van administratieve gegevens laat volgens het CPB zien dat veel zelfstandigen bij arbeidsongeschiktheid alternatieven hebben om minstens tot hun pensioen van een minimuminkomen te leven. Een kwart is vrijwillig verzekerd en de helft heeft verzekerde inkomsten uit loondienst, inkomsten van de partner, of vermogen. Maar een kwart van de zelfstandigen heeft volgens de onderzoekers niet genoeg financiële mogelijkheden om te leven van een minimuminkomen als zij arbeidsongeschikt worden. Eén op de twintig heeft helemaal geen reserves. Zij moeten waarschijnlijk een beroep op de bijstand doen.
Driekwart van de zzp'ers kan zich dus redden met een minimuminkomen. Maar meer dan de helft van de zelfstandige eenpitters heeft bij arbeidsongeschiktheid geen inkomen op het niveau van de werknemersverzekering WIA. Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering kan volgens de onderzoekers een oplossing zijn, maar daar zitten voor- en nadelen aan. Voor zelfstandigen betekent een minimumverzekering vooral bescherming tegen de inkomens- en vermogenstoets van de bijstand, ook voor de eventuele partner van de zelfstandige. Hoe meer kans op bijstand, hoe minder nut zo'n arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers heeft.
Daarom kan niet-verzekeren voor deze zelfstandigen een logische keuze zijn. Maar vanuit maatschappelijk oogpunt bezien kan dat risicoafwenteling zijn, stellen de onderzoekers van het planbureau. Ook is het oneerlijk ten opzichte van werknemers, die zich verplicht moeten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
Verplicht verzekeren biedt dus vooral maatschappelijke voordelen, en het beschermt de buffer van de zelfstandige zodat die voor het pensioen kan worden gebruikt. Maar er zijn ook nadelen: meer kans op ongewenst gedrag, gedwongen premiebetaling, minder werkgelegenheid en concurrentienadeel met buitenlandse zelfstandigen. Een regeling op WIA-niveau biedt een betere verzekering van het arbeidsinkomen, maar dat leidt wel tot een hogere premie.