De inflatie gaat omhoog en de premie voor de zorgverzekering stijgt een stuk harder dan verwacht. Daarom gaan de meeste huishoudens er maar 0.7 procent op vooruit in 2017. Het kabinet ging op Prinsjesdag nog uit van 1 procent meer koopkracht. Het ministerie van Sociale Zaken is zelf met dit slechte nieuws gekomen.
Volgens het kabinet neemt de koopkracht dit jaar voor het vierde jaar op rij wel toe. Maar vorig jaar was dat gemiddeld met 2.7 procent. Dat kwam mede door het pakket belastingverlagingen van in totaal 5 miljard euro. Het kabinet verwacht dat ongeveer 82 procent van de huishoudens er dit jaar op vooruit gaat. Dat geldt zeker voor modaal of lager. Huishoudens met een lager inkomen profiteren meer dan andere huishoudens. Tweeverdieners merken weinig voor- of achteruitgang.
Er is een groep die de achteruitgang zeker gaat voelen: gepensioneerden met meer dan twee ton eigen vermogen of een aanvullend pensioen hoger dan 45.000 euro. Zij gaan er het meest op achteruit dit jaar: een paar procent. Deze groep hoort bij 18 procent van alle huishoudens die geen groei van hun koopkracht zien. En ook werkenden verwachten niet veel welvaartsgroei dit jaar. Net iets meer dan een op drie denkt een loonsverhoging of bonus binnen te halen. Mannen zijn optimistischer dan vrouwen hierover. Zeker als ze hoger zijn opgeleid en jonger zijn. De loonstrookjes laten dit jaar wel kleine plusjes zien. Werknemers tot ongeveer 40.000 euro per jaar gaan er het meest op vooruit. Dat komt door een verhoging van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. De categorie 40.000 - 75.000 euro zal nauwelijks verschillen zien met 2016, terwijl de inkomens boven de 75.000 euro profiteren van de verhoging van de bovengrens van de derde belastingschijf. Het inkomen kan verder toenemen doordat de huurtoeslag, zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag worden verhoogd.
Bron: ANP