Pensioenkortingen blijven als een zwaard van Damocles boven de grote pensioenfondsen en hun deelnemers hangen. Door de aanhoudende lage rente herstelde hun financiële gezondheid in het afgelopen kwartaal opnieuw nauwelijks. Het moment waarop gepeild wordt of er volgend jaar gesneden moet worden in de pensioenen komt steeds dichterbij.
"Het zal er om hangen", zegt een woordvoerster van zorgfonds PFZW. "Als de actuele dekkingsgraad blijft zoals nu, hoeven de pensioenen net niet verlaagd te worden. Maar het wordt wel spannend. " Ook de voorzitter van metaalfonds PMT, durft nog geen voorspelling te doen. "De kans op korten is nog steeds fiftyfifty."
Uiteindelijk bepaalt de beleidsdekkingsgraad, de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden of de pensioenen volgend jaar omlaag moeten. Eind december wordt de stand opgemaakt. De kritische ondergrens, waarna gekort moet worden, verschilt per fonds. Ambtenarenfonds ABP noteerde eind vorige maand een dekkingsgraaf van 90,7 procent, 0,7 procent boven de eigen kritische ondergrens. PFZW stond op 89,2 procent en metaalfondsen PME en PMT scoorden 91 en 92,1 procent.
Daarmee zitten de drie laatst genoemde fondsen akelig dichtbij hun kritische ondergrens. Alleen bpfBOUW zat met een dekking van 105 procent boven het wettelijk minimum van 104,2 procent. Bij een lagere stand moet het fonds een herstelplan maken.
Als de pensioenuitkeringen omlaag moeten, geldt dat voor de gepensioneerden en voor degenen dien nog pensioen opbouwen. Volgens de ABP-voorzitter zou een eventuele korting van 1 procent op het gemiddelde ABP-pensioen een mindering van 7 euro per maand betekenen. Ouderenorganisaties hebben het kabinet herhaald opgeroepen om in te grijpen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken onderzoekt op verzoek van de Tweede Kamer een langere hersteltermijn.