De kennis van arboregels en bestaande subsidieregelingen moet verbeteren, zodat de regels beter worden nageleefd en voorzieningen voor bijvoorbeeld werkaanpassingen vaker worden benut. Ook is meer kennis bij werkgevers en werkenden nodig over chronische ziekten en de gevolgen daarvan voor het werk. De SER ziet hier een rol voor kenniscentra en patiëntenorganisaties en adviseert een centraal informatiepunt in te richten. De bedrijfsarts zou bij de dialoog een ondersteunende rol moeten hebben.
Meer preventie op de werkvloer is nodig om te voorkomen dat een chronische ziekte leidt tot belemmeringen in het werk. De SER pleit ervoor om binnen bedrijven bestaande, veelgebruikte instrumenten om arbeidsrisico’s en gezondheid in kaart te brengen beter te benutten én te combineren met instrumenten om het werkvermogen te meten.
De SER vindt dat de bedrijfsarts beter zichtbaar moet zijn. Hij en andere arboprofessionals kunnen zichtbaarder zijn door een open spreekuur in te stellen en meer tijd te besteden aan preventie. Ook moet de preventiefunctie in het functieprofiel en de opleiding van bedrijfsartsen worden vastgelegd. Verder dienen de huisarts en andere professionals in de reguliere zorg beter samen te werken met de arbeidsgerelateerde zorg. Daartoe is het van belang dat de reguliere zorg de factor arbeid in haar werk integreert door dit op te nemen in de opleidingen en de medische richtlijnen. De SER verwacht dat het aantal chronisch zieken in Nederland stijgt van 5,3 miljoen in 2011 naar 7 miljoen in 2030. Veel chronisch zieken kunnen gewoon doorwerken. “Maar de vraag is hoe zij aan het werk kunnen blijven”.