Geplaatst op:28 februari 2019

WAB: wat te doen met het pensioen van de payroller?

Het kabinet wil niet dat payroll kan worden gebruikt als manier om te bezuinigen op arbeidsvoorwaarden en wil dit met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) aanpakken. Een van de voorgestelde maatregelen, is dat een payroller recht krijgt op een adequate pensioenregeling die gelijkwaardig is aan die van zijn collega’s die in dienst zijn van de opdrachtgever.

In de WAB is speciale aandacht voor werknemers die werken op payrollbasis werken. Zij krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Voor het pensioen van payrollwerknemers heeft minister Koolmees (SZW) een apart ontwerpbesluit gepresenteerd. De minister heeft het voorstel nu vrijgegeven voor internetconsultatie.

Adequate pensioenregeling

Het besluit spreekt van een adequate pensioenregeling. Als de payrollwerknemers niet deelnemen aan de regeling van de inlener, dan hebben zij recht op een regeling die vergelijkbaar is met de pensioenregeling van de inlener, of de regeling zoals die in de betreffende sector normaal is.

De basispensioenregeling moet ten minste voorzien in:

a. een ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

b. het ontbreken van een wachttijd of drempelperiode als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Pensioenwet;

c. een totale werkgeverspremie, zoals bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, van tenminste 13,6 procent van de som van de pensioengrondslag van de arbeidskrachten die door de onderneming in het kader van payrolling ter beschikking worden gesteld.

Alternatieven

Het kabinet heeft verschillende alternatieven voor het voorliggende besluit overwogen. Het eerste was om in alle gevallen voor te schrijven dat een payrollwerkgever voor de payrollkrachten dezelfde basispensioenregeling dient af te sluiten als die geldt voor werknemers bij de inlener in gelijke of gelijkwaardige functies. Deze optie geeft de payrollkracht dezelfde pensioenopbouw als een gelijke of gelijkwaardige werknemer die direct in dienst is bij de inlener.

Dit zou voor payrollwerkgevers echter een enorme administratieve rompslomp op kunnen leveren. Zij moeten zich aansluiten bij de verschillende basispensioenregelingen die bij de verschillende inleners gelden. Dit is administratief lastig als een payrollwerkgever payrollkrachten in verschillende sectoren werkzaam heeft.

Lagere werkgeverspremie

Een tweede optie die is overwogen en verworpen was het idee om payrollwerkgevers te verplichten om zich aan te sluiten bij  de Plusregeling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP), zoals geldt voor uitzendkrachten die langdurig werkzaam zijn in de uitzendbranche. Lang niet alle payrollwerkgevers zijn echter aangesloten bij StiPP. Dat was echter niet het grootste bezwaar tegen deze optie. De werkgeverspremie die wordt afgedragen voor de Plusregeling van StiPP ligt in veel gevallen op een lager niveau dan de (gemiddelde) werkgeverspremie voor basispensioenregelingen worden uitgevoerd door andere pensioenfondsen (zoals het ABP). Zo wordt concurrentie op arbeidsvoorwaarden dus niet voorkomen.

Verwachtingen

Koolmees verwacht dat werkgevers in de payrollbranche in sectorverband  of afzonderlijk een adequate pensioenregeling treffen voor hun werknemers. Oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden (lagere pensioenkosten) wordt hierdoor volgens de minister tegengegaan. Hij voorspelt dat het merendeel van de payrollwerknemers een beter pensioen opbouwt.

Kritiek

Zoals op alle aspecten van de WAB, is er ook op de plannen voor de payrollbranche de nodige kritiek gekomen. Zo schreef Hendarin Mouselli, advocaat bij VRF Advocaten, in haar column in Flexmarkt dat het nog maar de vraag is of de voorgestelde wetswijzigingen voldoen aan de zienswijze van Europa.

“De voorgestelde wetswijzing mist een visie op de lange termijn in een Europese context. In april heeft de Europese Commissie de aanbeveling voor een Europese pijler van sociale rechten gepubliceerd. Een van die (vijf) pijlers is ‘billijke arbeidsvoorwaarden’. Hiermee krijgen alle vormen van arbeidsrelaties toegang tot gelijke behandeling. De pijlers zijn niet vrijblijvend en dienen als werkprogramma voor de lidstaten. De vraag is dan ook in hoeverre de WAB bijdraagt aan de pijlers, aangezien de wet nu behoorlijk wat onzekerheden oproept. Bovendien kan de WAB negatieve invloed hebben op het recht van werkgevers om te beschikken over de flexibiliteit om zich snel aan te passen aan economische veranderingen”, aldus Mouselli.

De einddatum van de internetconsulatie Ontwerpbesluit voorwaarden adequate pensioenregeling payrollkrachten is op 16 maart 2019.

 

Bron: pwnet.nl

ARBEIDSRECHT

Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.

Waar kunnen we u mee helpen?

Adviesgesprek aanvragen

Vraag nu een juridisch adviesgesprek aan en krijg vrijblijvend advies van onze specialisten.
Adviesgesprek aanvragen

Contact opnemen

Onze medewerkers voorzien u graag van advies en ondersteuning. Neem contact met ons op met uw vragen.
Contact opnemen
Schravenmade Advocaten in Maarssen, Utrecht, onderscheidt zich al meer dan 40 jaar door specialisatie in vooral ondernemingsrecht, waaronder arbeidsverhoudingen, ambtenarenrecht en ontslagrecht. Bovendien begeleiden we fusies en overnames.
Schravenmade Advocaten heeft geen stichting derdengelden. Schravenmade Advocaten ontvangt daarom geen derdengelden.
© Copyright 2024 - Schravenmade Advocaten - Alle rechten voorbehouden
Bisonspoor 1218
3605 KZ Maarssen
0346-56 07 64
Adviesgesprek aanvragenContact opnemen
Schravenmade Advocaten doceren o.a. voor de NVM en is betrokken bij het onderwijs aan 2 juridische scholen.
Wilt u onze informatieve nieuwsbrief ontvangen?

pencilphone linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram