Betaalt of ontvangt u partner- en/of kinderalimentatie? Dan wordt dit bedrag door je jaarlijkse indexering per 1 januari 2018 iets hoger. De Minister van Justitie heeft namelijk begin november het alimentatie indexeringspercentage voor 2018 vastgesteld op 1,5%. Maar wat is alimentatie indexering eigenlijk? Voor wie geldt het? En hoe werkt het precies?
Het leven wordt steeds duurder. Niet alleen door de inflatie, maar bijvoorbeeld ook door de verhoging van de zorgpremie, of door stijging van de woonlasten. Om de koopkracht op peil te houden stijgen de lonen binnen bedrijven en de overheid daarom elk jaar, of op zijn minst elke paar jaar.
Alimentatiebedragen liggen echter meestal voor een lange periode vast. Als die bedragen niet zouden worden aangepast aan de stijgende kosten van levensonderhoud, zou de koopkracht van alimentatiegerechtigden afnemen. Daarom is in de wet geregeld dat alimentatiebedragen elk jaar met een percentage moeten worden verhoogd. Dit noemen we de wettelijke alimentatie indexering.
De Minister van Justitie stelt elk jaar begin november het indexeringspercentage voor het jaar daarop vast. Het percentage wordt afgeleid van het loonindexcijfer, dat jaarlijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt vastgesteld, op basis van de landelijke loonontwikkelingen.
De alimentatie indexeringspercentages van de afgelopen vijf jaar waren:
2013: 1,7%
2014: 0,9%
2015: 0,8%
2016: 1,3%
2017: 2,1%
De verhoging van het alimentatiebedrag gaat in op 1 januari.
Het indexeringspercentage geldt in principe voor iedereen en zowel voor partneralimentatie als voor kinderalimentatie. Het maakt daarbij geen verschil of u de alimentatie in onderling overleg heeft vastgelegd in het scheidingsconvenant of het ouderschapsplan, of dat de rechtbank de alimentatie heeft vastgesteld.
Het indexeringspercentage geldt ook als de alimentatieplichtige zelf geen loonsverhoging heeft gekregen.
Ex-partners hoeven over de indexering geen nieuwe afspraken te maken. Het is de bedoeling dat de alimentatieplichtige het maandelijkse bedrag per 1 januari van elk jaar automatisch verhoogt met het indexeringspercentage. In de praktijk merken wij echter dat dit vaak niet gebeurt. Bijvoorbeeld omdat ex-partners niet van de indexering op de hoogte zijn, de alimentatieplichtige denkt dat het in zijn of haar geval niet hoeft en/of omdat de alimentatiegerechtigde er niet om wil vragen.
Wij adviseren u er alert op te zijn én ieder jaar in november even contact met elkaar te hebben over de alimentatie indexering. U kunt ons ook verzoeken om de jaarlijkse verhoging door te geven aan de alimentatieplichtige.
Als de alimentatie indexering tot onredelijke uitkomsten leidt kunt u afwijkende afspraken maken. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om de indexering in onderling overleg (tijdelijk) uit te sluiten. Dit moet u dan wel schriftelijk vastleggen, bijvoorbeeld in het convenant of het ouderschapsplan. Doet u dat niet? Dan geldt de wettelijke indexering.
Ook kunt u de rechter verzoeken om de indexering uit te sluiten. Een dergelijk verzoek zal slechts in uitzonderlijke situaties worden toegewezen, bijvoorbeeld als de alimentatieplichtige kan bewijzen dat hij of zij een inkomen heeft dat nooit stijgt.
Wilt u weten hoe hoog het alimentatiebedrag is dat u vanaf 2018 ontvangt of moet betalen? Op internet zijn hiervoor verschillende handige rekentools beschikbaar.
U kunt het uiteraard ook zelf berekenen. Een rekenvoorbeeld: Als de alimentatie in 2015 is vastgesteld op € 500,- per maand, werd dit bedrag in 2016 verhoogd met 1,3% tot € 506,50. In 2017 werd dit bedrag verhoogd met 2,1% tot € 517,14. In 2018 wordt het bedrag verhoogd met 1,5% tot € 524,89 per maand.
Ontvangt of betaalt u alimentatie, maar is de indexering nieuw voor u? Of bent u vergeten te indexeren? Dan kunnen u en uw ex-partner beslissen om de achterstallige bedragen alsnog uit te betalen. Komen jullie er samen niet uit? Dan kan de alimentatiegerechtigde de indexering alsnog vorderen, tot maximaal vijf jaar terug.
Als de alimentatieplichtige weigert de indexering te betalen, kan het LBIO de alimentatiegerechtigde helpen. Het LBIO is een overheidsinstantie en kan een achterstand tot zes maanden terug innen. Voor het restant moet een deurwaarder worden ingeschakeld.
De echtscheidingsadvocaten van Schravenmade Advocaten hebben ruime ervaring met zowel kinder- als partneralimentatie. Als u vragen heeft over dit onderwerp of onze bijstand wenst, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij staan voor u klaar.
Auteur: Jojanneke Schravenmade