We komen er niet meer onderuit: we moeten allemaal langer blijven werken. Per 1 januari 2018 gaan zowel de AOW- als de pensioenleeftijd omhoog. De AOW-leeftijd gaat in 2018 omhoog naar 66 jaar. De pensioenleeftijd naar 68 jaar. Wat betekent dat voor u als werknemer of werkgever?
AOW is de afkorting van Algemene Ouderdomswet. De AOW is in 1947 bedacht door de minister van Sociale Zaken (Willem Drees) en in 1957 voor het eerst ingevoerd. Vanaf dat jaar ontvingen Nederlanders vanaf 65 jaar automatisch een ouderdomspensioen van de overheid.
Nog steeds heeft iedereen in Nederland recht op AOW, alleen is dat niet meer vanaf 65 jaar. In de loop van de tijd werd namelijk duidelijk dat het stelsel te duur zou worden. Hoe komt dat? AOW werkt volgens een zogenaamd omslagstelsel: de mensen die werken betalen het AOW-pensioen van de generatie die met pensioen is. Doordat AOW-premie wordt ingehouden van het salaris van werkende Nederlanders kan de AOW worden uitgekeerd. Dit systeem is te duur geworden omdat:
De samenleving vergrijst; het aantal werkende Nederlanders wordt relatief kleiner, de groep gepensioneerden relatief groter.
Mensen worden ouder. Toen de AOW werd ingevoerd werden mensen gemiddeld 73 jaar oud. Op dit moment worden mensen gemiddeld 81 jaar oud. Ouderen maken dus veel langer gebruik van de AOW.
In 2012 is daarom, na lang discussiëren, een wet aangenomen waarmee de AOW-leeftijd stapsgewijs zou worden verhoogd. De eerstvolgende stap is dus komend jaar: naar 66 jaar. In 2019 en 2020 komen daar steeds vier maanden bij. In 2021 gaat de AOW-leeftijd naar 67 jaar, in 2022 naar 67 jaar en 3 maanden. Daarna wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Uw AOW-leeftijd hangt dus af van uw geboortedatum. Als u wilt weten wanneer u AOW krijgt kunt u uw geboortedatum invullen op de website van de Sociale Verzekeringsbank. Bent u vóór 2013 vervroegd met pensioen (vut of prepensioen) gegaan en maakt u eerst uw werkgeverspensioen op? Houdt u dan goed in de gaten of u niet te maken krijgt met een zogenaamd AOW-gat: een periode waarin u geen werkgeverspensioen meer ontvangt, maar ook nog geen AOW-pensioen krijgt. In sommige gevallen is er dan een overbruggingsregeling mogelijk. Schravenmade Advocaten vertelt u hier graag meer over.
Naast AOW sparen de meeste Nederlanders ook voor een aanvullend pensioen, bijvoorbeeld via hun werkgever of een lijfrenteverzekering. Per 1 januari 2018 gaat de pensioenleeftijd omhoog naar 68 jaar. Let op: dit is een richtlijn, pensioenfondsen en -verzekeraars zijn niet verplicht om dit ook te doen.
De gevolgen van deze verhoging zijn in eerste instantie gunstig voor de portemonnee van werknemers. Als werknemer ontvangt u straks namelijk een jaar minder pensioen, terwijl u tegelijkertijd een jaar langer de tijd hebt om dat pensioen op te bouwen. Dit betekent dat u minder pensioenpremie hoeft te betalen en dus vanaf januari 2018 waarschijnlijk meer salaris overhoudt.
Nadelen van deze verhoging zijn er ook: voor werknemers wordt het bijvoorbeeld nog ingewikkelder om de ideale pensioenleeftijd te berekenen. Op mijnpensioenoverzicht.nl staat vanaf 2018 weer een extra bedrag vermeld. Daarnaast wordt het voor werknemers minder aantrekkelijk om voor het 68ste met pensioen te gaan, omdat dat fiscaal niet gunstig is.
Voor werkgevers kan de verhoging nadelig uitpakken omdat oudere (en dus duurdere) werknemers langer in dienst blijven. Het kan voor werkgevers daarom geen kwaad om eens te controleren wat zij in de arbeidsovereenkomst hebben opgenomen: eindigt de arbeidsovereenkomst op de AOW-gerechtigde leeftijd of op de pensioenleeftijd? Daarnaast moeten werkgevers bezien welke fiscale gevolgen de verhoging van de pensioenleeftijd voor de pensioenregeling heeft én hebben zij de plicht om hun werknemers goed en duidelijk over de pensioenregeling te informeren.
Schravenmade Advocaten is gespecialiseerd in het pensioenrecht. Als u uw vraag voor wilt leggen aan een van onze advocaten, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij staan voor u klaar.