Werknemers zien weinig in omscholing, het wisselen van baan of een salarisverlaging om aan het einde van hun loopbaan langer door te kunnen werken. Ze willen liever minder gaan werken of juist eerder stoppen met werk.
Dat blijkt dinsdag uit onderzoek van Wijzer in geldzaken onder ruim duizend werkenden in loondienst tussen de 55 en 67 jaar.
Zo'n 65 procent van de respondenten is wel bereid om aan het eind van de carrière een stap terug te doen als het gaat om de aard van het werk. Maar als dit gepaard gaat met een lager salaris, is slechts een kwart van de ondervraagden hiertoe bereid.
Daarbij blijken relatief meer mannen dan vrouwen de financiële gevolgen van een dergelijke stap te accepteren. Ook blijken hoogopgeleiden vaker de financiële gevolgen voor lief te nemen dan werknemers met een middelbare of lage opleiding.
Twee op de drie oudere werknemers willen eerder stoppen met werken. Gemiddeld willen zij drie jaar en een maand voor hun pensioenleeftijd afscheid nemen van kantoor.
Toch verwacht 57 procent van deze groep in werkelijkheid pas bij het bereiken van de AOW-leeftijd met pensioen te kunnen gaan.
Van de groep die eerder wil stoppen, heeft ruim de helft (54 procent) maatregelen getroffen. Sparen (32 procent), extra aflossen op de hypotheek (19 procent) en het afsluiten van een aanvullende lijfrente of een spaarproduct (19 procent) worden het vaakst genoemd.
Meer dan de helft van de respondenten (56 procent) wil in aanloop naar het pensioen minder gaan werken. Gemiddeld genomen willen ze in de laatste 4,5 jaar tot aan de AOW-leeftijd het aantal uren afbouwen.
Van de groep die minder wil gaan werken, verwacht bijna twee vijfde gebruik te maken van het deeltijdpensioen. In dat geval krijgen werknemers voor het bereiken van hun pensioenleeftijd al een deel van het pensioen uitgekeerd.
Dit moet het financieel haalbaar maken om minder uren te werken. Het gaat wel ten koste van het bedrag dat na volledige pensionering wordt uitgekeerd.
Slechts twee vijfde van de deelnemers aan het onderzoek was goed op de hoogte van de mogelijkheden van deeltijdpensioen.
Ruim een kwart van de oudere werknemers verwacht gebruik te maken van deeltijdpensioen als zij daartoe de mogelijkheid hebben. Een derde van de ondervraagden sluit het niet uit.
Daarnaast denkt 42 procent dit niet te doen. Deze groep noemt te grote financiële consequenties, te weinig opgebouwd pensioen en het nog leuk vinden om te werken als redenen om geen gebruik te maken van deeltijdpensioen.
Overigens wil 18 procent van de respondenten ook na de AOW-leeftijd doorwerken. Dat is vooral vanwege plezier in het werk (62 procent) en de wens om actief te blijven (60 procent).
Bron: nu.nl