Hoogstwaarschijnlijk treedt vanaf januari 2020 in Nederland het zogenaamde UBO-register in werking. Vanaf de inwerkingtreding worden ondernemingen en andere rechtspersonen verplicht om de gegevens van hun ultimate beneficial owner (UBO), ofwel de uiteindelijk belanghebbende of (in)directe eigenaar, te registreren. Schravenmade Advocaten vertelt u er graag meer over.
De verplichting tot het invoeren van een UBO-register vloeit voort uit de Vierde en Vijfde Europese anti-witwasrichtlijn. Het doel van die richtlijnen is het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of voor het financieren van terrorisme. Met een UBO-register wordt duidelijk wie de uiteindelijk belanghebbende van een onderneming is.
Een UBO is altijd een natuurlijk persoon. Het is degene die de uiteindelijke eigenaar is van, of zeggenschap heeft over een organisatie (‘vennootschap of andere juridische entiteit’) die is ingeschreven in het Handelsregister.
De ingangsdatum van de wet is nog niet definitief vastgesteld, maar zal in januari 2020 liggen. Volgens Europese richtlijnen moet het register namelijk op uiterlijk 10 januari 2020 geïmplementeerd zijn. Het wetsvoorstel is op 4 april 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden.
De registratieplicht geldt voor:
De registratieplicht geldt niet voor:
De volgende gegevens van de UBO worden in het UBO-register opgenomen:
Deze gegevens moeten worden verstrekt aan de Kamer van Koophandel. Het UBO-register wordt namelijk gekoppeld aan het Handelsregister.
Er worden vrij veel persoonsgegevens in het UBO-register opgenomen. Maar zoals het er nu naar uitziet voldoet het register aan de AVG. Zo wordt maar een deel van de persoonsgegevens van de UBO via het register openbaar:
Gebruikers van het register moeten een vergoeding betalen om gegevens in te zien. Het openbare gedeelte van het register is bovendien alleen doorzoekbaar op naam van de rechtspersoon, niet op naam van de UBO. De overige gegevens zijn alleen in te zien door de bevoegde autoriteiten (de Belastingdienst, de AFM, de notaris en het Openbaar Ministerie).
Een UBO mag in een beperkt aantal gevallen verzoeken om alle gegevens af te schermen. Bijvoorbeeld als openbaarmaking de UBO (of zijn familie) zou blootstellen aan een onevenredig risico, fraude, ontvoering, chantage, afpersing, geweld of intimidatie.
Bestaande organisaties met registratieplicht hebben na inwerkingtreding van de wet 18 maanden de tijd voor hun eerste opgave aan het UBO-register. Nieuwe vennootschappen en juridische entiteiten met registratieplicht moeten de UBO vanaf de inwerkingtreding direct registreren.
Registreert een organisatie met registratieplicht toch geen gegevens in het UBO- register? Dan staan daarop zowel strafrechtelijke als bestuursrechtelijke sancties.
Uiteraard zullen wij u op de hoogte houden van de voortgang van dit wetsvoorstel. Heeft u hier in de tussentijd vragen over? Of heeft u andere vragen over het ondernemings- of privacyrecht? Neem dan contact met ons op, de specialisten Schravenmade Advocaten staan voor u klaar.
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.