In zijn arbeidsovereenkomsten met piloten en cabinepersoneel is de Ierse luchtvaartmaatschappij Ryanair duidelijk: zij vallen onder het Ierse arbeidsrecht. De Nederlandse rechter laat zich echter niet negeren. Ryanair moet acht piloten nu ieder tonnen aan vergoedingen betalen.
Over welk arbeidsrecht waar geldt, zijn in Europa afspraken gemaakt. Artikel 8 van de Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome-I Vo) schrijft voor dat een individuele arbeidsovereenkomst wordt beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen. Maken de partijen geen keuze, dan geldt het recht van het land waar de werknemer over het algemeen zijn werk doet. Maar als ook de partijen wel een keuze hebben gemaakt, mogen de rechten van de werknemer niet slechter zijn dan wanneer dat niet zou zijn gebeurd. Met andere woorden: dat de luchtvaartmaatschappij en de piloten voor het Ierse recht hebben gekozen, betekent niet dat Ryanair Nederlandse werknemers de bescherming kan ontnemen die de Nederlandse wet biedt.
In dit geval vragen de piloten de kantonrechter om hun arbeidsovereenkomst met Ryanair te ontbinden en hen een transitievergoeding toe te kennen. Ook vragen zij de rechter om Ryanair te veroordelen tot het betalen van een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen. De piloten vragen ieder rond een miljoen aan vergoedingen.
Aan het ontbindingsverzoek gaat een venijnig arbeidsconflict vooraf. Omdat Ryanair en de piloten geen overeenstemming weten te bereiken over een cao, leggen de piloten in augustus 2018 het werk tot twee keer toe neer. Na de tweede staking kondigt Ryanair aan de basis in Eindhoven te zullen sluiten en het personeel over te zullen plaatsen naar buitenlandse bases. Volgens de luchtvaartmaatschappij liggen hier bedrijfseconomische redenen aan ten grondslag. De piloten zijn er echter van overtuigd dat de sluiting een straf is voor de stakingen.
De voorzieningenrechter is het op 1 november 2018 eens met de piloten en zegt dat het besluit om de basis te sluiten onrechtmatig is genomen. Ryanair maakt volgens de kantonrechter misbruik van zijn bevoegdheid als werkgever. De rechter bepaalt daarom dat Ryanair de piloten niet tegen hun wil mag overplaatsen naar het buitenland. Ook moet de luchtvaartmaatschappij het salaris van de piloten doorbetalen en ervoor zorgen dat zij hun vlieguren kunnen blijven maken.
Ryanair gooit het hierop over een andere boeg. Het bedrijf vormt de basis op Eindhoven om tot ‘bestemming’. Dit betekent dat passagiers nog wel naar Eindhoven kunnen vliegen, maar dat de piloten hun werk vanaf een andere basis moeten doen. Het bedrijf zegt hiermee de uitspraak van de Nederlandse rechter te respecteren. Binnen twee dagen moeten de piloten een voorkeur voor een basis in Oost-Europa of Noord-Afrika kenbaar maken, anders zullen zij worden ontslagen.
Voor de piloten die weigeren vanaf een andere basis te vliegen, vraagt de luchtvaartmaatschappij een ontslagvergoeding aan bij het UWV. Het UWV weigert op 19 maart 2019 de ontslagvergoeding toe te kennen voor zestien piloten en vijftien cabinemedewerkers.
Terwijl het conflict voortduurt, eist Ryanair dat de piloten informatie geven over eventuele aanbiedingen die zij hebben gekregen van andere werkgevers. Doen zij dit niet, dan zullen er disciplinaire maatregelen volgen. Wanneer de pilotenvakbond VNV de geëiste informatie namens de piloten geeft, weigert Ryanair dit te accepteren.
In de rechtszaal werpt Ryanair de beschuldiging van ernstig verwijtbaar handelen verre van zich. Voor zover de rechter al vindt dat de luchtvaartmaatschappij iets te verwijten zou zijn, dan moet de billijke vergoeding volgens Ryanair op nihil worden gesteld. Ryanair houdt vol dat de basis in Eindhoven is omgevormd wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Dat de piloten in het conflict schade hebben geleden, is hun eigen schuld, aldus de werkgever.
De kantonrechter erkent dat de verhouding tussen Ryanair en de piloten onherstelbare schade heeft opgelopen en ontbindt de arbeidsovereenkomsten. Deze situatie is volgens de kantonrechter helemaal aan Ryanair te wijten. Door de basis te sluiten, ondanks het eerdere vonnis van de voorzieningenrechter, en de piloten daarna onder zware druk te zetten om een overplaatsing of ontslag te accepteren, heeft Ryanair ernstig verwijtbaar gehandeld. Ook was het niet redelijk van Ryanair om te eisen dat de piloten informatie zouden verstrekken over aanbiedingen door andere werkgevers.
De kantonrechter kent zes piloten een billijke vergoeding toe van 350.000 euro. Een andere piloot moet 400.000 euro krijgen omdat duidelijk is dat het voor hem moeilijk is een andere vergelijkbare baan te vinden. De laatste piloot krijgt 425.000 euro, omdat hij vanwege zijn leeftijd en het senioriteitsbeleid in de luchtvaart vermoedelijk niet meer in aanmerking zal komen voor een functie als gezagvoerder.
Daarnaast moet Ryanair de piloten ieder een transitievergoeding betalen, variërend tussen ruim 33.000 en 84.000 euro.
Bron: pwnet.nl
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.