40 jaren had hij al bij hetzelfde bedrijf gewerkt en dat eigenlijk steeds met voldoende beoordelingen. Ondanks het feit dat hij als Marokkaan in Nederland niet veel onderwijs genoten had wist hij tot Process Operator in een fabriek van een Amerikaans bedrijf op te klimmen. Toen hij ouder werd en er uitval kwam door suikerziekte en overige aandoeningen, begonnen de verwijten. Hij zou zich “meer kunnen profileren”, terwijl ook allerlei andere zaken – op afdelingscomputers was in het verleden porno bekeken en hij was enkele jaren eerder eenmaal door het faillissement van een vliegmaatschappij gestrand en eenmaal door ziekte enkele dagen te laat teruggekeerd van een vakantie, ook zou hij “te laat” op het werk zijn gekomen, waar echter helemaal niets van bleek.
Verder was een kernpunt van de werkgever, dat hij fouten zou maken. Dat lag nogal genuanceerd, bleek toen ik dit met hem besprak: door bezuinigingen was er steeds minder bezetting en bij problemen elders werd hij regelmatig weggeroepen om bij te springen, waardoor hij zijn eigen werk niet altijd goed kon doen en bijvoorbeeld niet tijdig een kraan dicht kon zetten.
Er volgde snel een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter en de werkgever bleek alles uit de kast te trekken. Zaken uit het verre verleden werden, zonder naar de omstandigheden te kijken, erbij betrokken en zo gebracht, alsof cliënt nergens goed voor was. Er volgde uitvoerig verweer, waarin van het verhaal van de werkgever bitter weinig overeind bleef.
De kantonrechter prikte door de stellingen van de werkgever heen. Voor zover de werknemer al zaken niet goed zou hebben gedaan ligt het op de weg van de werkgever om het initiatief te nemen om te werken aan een op de persoon van de werknemer toegesneden programma met voldoende concrete ontwikkelpunten. Het tegen de werknemer zeggen dat die zich maar moet verbeteren zonder begeleiding en duidelijke op- en aanmerkingen is niet voldoende.
De werkgever liet het er niet bij zitten en ging naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een poging alsnog deze medewerker kwijt te raken. Het hof verwijst naar wat de kantonrechter al had opgemerkt en wijst de vorderingen van de werkgever af. En de werknemer? We zijn bijna 2 jaren verder dan toen deze kwestie begon en hij is na een periode van reïntegratie inmiddels weer gewoon aan het werk. Bij dezelfde werkgever,
Het ontslag van werknemers die volgens de werkgever niet goed (genoeg) functioneren is niet gemakkelijk. De werknemer moet zich inspannen en in beginsel positief reageren op verzoeken van de werkgever en op diens op- en aanmerkingen. Als de werknemer niet wil werken aan verbetering van zijn functioneren, dan neemt deze grote risico’s. Er is echter ook een andere kant van de medaille. De werkgever moet zich net zo goed inspannen als het niet goed loopt met een werknemer. Er moet individueel hulp worden geboden om een werknemer een echte kans te bieden zich te verbeteren. De werkgever die denkt er wel te komen met een ontslagverzoek waarin een stel losse verwijten op worden gevoerd, terwijl er niets gedaan is om functioneren te verbeteren krijgt de rekening gepresenteerd.
Kantonrechter Utrecht, 9 december 2015
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22 juli 2016 ECLI:NL:GHARL:2016:6005
Auteur: Bernard Baas