Als een werknemer na een burn-out terugkeert op de werkplek, doen de meeste werkgevers niets om een nieuwe burn-out te voorkomen. Vaak wordt alleen naar de werknemer zelf gekeken, terwijl er meestal ook echt iets aan de werkzaamheden en omstandigheden moet veranderen, zegt hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie Arnold Bakker.
Van de mensen die een burn-out hebben gehad, geeft 33 procent aan dat hun werkgever leerde van de situatie. 54 procent zegt niet overtuigd te zijn van mogelijk geleerde lessen.
Volgens Bakker is dat gebrek aan vertrouwen verklaarbaar. ‘In veel gevallen verandert er namelijk ook maar weinig als mensen eenmaal weer gere-integreerd zijn. Het ontbreekt sommige leidinggevenden nog te veel aan zelfreflectie wanneer iemand uitvalt. Moeten wij onze manier van werken aanpassen? Die vraag stellen werkgevers maar zelden. De burn-out wordt vaak onterecht gezien als een incident.’
De werknemer krijgt ter behandeling van de burn-out een coach en gaat bijvoorbeeld op een cursus mindfulness. Hulp die gericht is op het beter omgaan met stress. Op de werkvloer zou ook iets aan stressreductie kunnen worden gedaan, door bijvoorbeeld meer hulpbronnen te bieden, zoals afwisseling in werkzaamheden of het geven van constructieve feedback. Of door mensen meer vrijheid te geven in de manier waarop ze hun werk invullen.
De leidinggevende speelt daarmee volgens Bakker een belangrijke rol in het omgaan met een burn-out.
Bij 1 op de 3 werknemers die re-integreert is bij de werkgever niet of nauwelijks de mogelijkheid van een eventuele terugval besproken. Terwijl dit risico juist op de loer ligt als er niks verandert.’Dit ligt ook aan de afhankelijkheidspositie waarin werknemers vaak zitten. Men is bang dat de eigen positie op het spel komt te staan’, zegt Bakker.
Het is belangrijk dat medewerkers toch de stap zetten om het gesprek aan te gaan, stelt Bakker. ‘Maar leidinggevenden kunnen hen hier zeker in helpen. Zij moeten het gesprek wel faciliteren.’
In een recent door Zilveren Kruis geïnitieerd en door Kantar uitgevoerd onderzoek zijn de volgende cijfers boven tafel gekomen:
Bron: OR informatie