Volgens vakbond CNV is er geen enkele reden meer voor slapende dienstverbanden. De vakbond stapt naar de rechter om te eisen dat werkgevers hun werknemers na twee jaar ziekte ontslaan, mét een transitievergoeding.
Volgens de bond moet er aan einde komen aan de praktijk waarbij werknemers die langdurig ziek zijn geworden en niet meer aan het werk kunnen komen bij hun werkgever, nog wel in dienst worden gehouden. Omdat op 1 april 2020 de Wet compensatie transitievergoedingen van kracht wordt, is er volgens CNV geen enkele reden voor werkgevers om mensen hun recht op een transitievergoeding te onthouden.
De bond voert hierover al enkele maanden een campagne richting werkgevers. In plaats van het dienstverband na twee jaar ziekte te beëindigen, houden veel werkgevers de zieke werknemers ‘in dienst’ zonder uitbetaling van loon. Hierdoor hoeven zij niet de wettelijke transitievergoeding bij het einde van een dienstverband uit te keren. CNV schat dat het gaat om duizenden gevallen. Bij de bond zijn in ieder geval 125 leden bekend met een slapend dienstverband.
Volgens de bond worden resultaten geboekt, maar gaat het te langzaam. Er zijn in 2019 al verschillende rechtszaken gevoerd over slapende dienstverbanden. Verschillende kantonrechters doen echter verschillende uitspraken. De rechtbank Limburg heeft daarom de Hoge Raad gevraagd zich uit te spreken over de slapende dienstverbanden.
De vakbond wil daar niet op wachten. Daarom begint CNV nu rechtszaken namens werknemers die terminaal ziek zijn en werknemers die inmiddels bijna de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
Werkgevers hebben voor de rechter aangegeven dat zij de slapende dienstverbanden in stand houden omdat zij vrezen dat zij volgend jaar toch niet worden gecompenseerd voor de transitievergoeding. Daphne de Wild, jurist bij CNV Vakmensen, wil daarom dat het UWV duidelijkheid geeft over de voorwaarden voor de compensatieregeling. “Werkgevers moeten er echt van op aan kunnen, dus wees daar helder over. Zodat ze geen enkel excuus hebben om er nog een jaar mee te wachten.”
Werkgevers voelen de komst van de compensatieregeling in 2019 al in hun portemonnee. Ondanks een lage werkloosheid is de WW-premie verhoogd van van 2,85 procent naar 3,6 procent. Volgens HR- en salarisdienstverlener ADP Nederland wordt dit geld met name gebruikt om het fonds te spekken van waaruit de compensatieregeling door het UWV zal worden betaald.
Toenmalig minister van SZW Lodewijk Asscher liet in 2017 al weten dat de compensatieregeling niet bedoeld is voor werkgevers die ‘spookwerknemers’ op de loonlijst houden. “Een van de risico’s van een slapend dienstverband voor de werkgever is dat bij een later ontslag een hogere transitievergoeding verschuldigd is. De transitievergoeding wordt immers berekend aan de hand van de lengte van het dienstverband.” Asscher maakte duidelijk dat hij niet vond dat werkgevers gecompenseerd mogen worden voor de jaren dat zij het slapende dienstverband in stand hielden.
Het feit dat een slapend dienstverband getuigt van slecht werkgeverschap, wilde volgens Asscher overigens niet automatisch zeggen dat een werkgever zich ook schuldig maakt aan verwijtbaar handelen. “De vraag of er in een dergelijke situatie ook sprake is van verwijtbaar handelen van de werkgever, zodanig dat hij een billijke vergoeding verschuldigd zou zijn, is ter beoordeling van de rechter aan de hand van de concrete feiten en omstandigheden van het geval.”
Bron: pwnet.nl
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.