Naar het zich nu laat aanzien wordt er op 1 januari 2021 nieuwe wetgeving van kracht: de Wet franchise. Tot nu toe ontbrak het in Nederland aan specifieke franchisewetgeving. Partijen bij een franchiseovereenkomst mochten in principe afspreken wat zij wilden. Schravenmade Advocaten legt uit wat daar vanaf 1 januari in gaat veranderen.
De Wet franchise
Het doel van de Wet franchise is om de relatie tussen franchisegevers en franchisenemers meer in balans te brengen. Daarmee wil de wetgever de positie van franchisenemers versterken. In de wet (artikel 7:911 e.v. van het Burgerlijk Wetboek) zien we daarom veel regels die met dat doel zijn opgesteld.
Welke regels worden van kracht?
- Franchisegevers moeten vanaf 1 januari tijdig (minimaal 4 weken voor de franchiseovereenkomst wordt getekend) de in de wet voorgeschreven informatie delen met potentiële franchisenemers. In de daaropvolgende periode van 4 weken mogen zij geen aanvullende voorwaarden stellen of voor de franchisenemer negatieve wijzigingen in de overeenkomst doorvoeren. Ook mogen zij potentiële franchisenemers in die ‘stand-still’ periode niet dwingen om alvast bepaalde investeringen te doen of documenten te tekenen (met uitzondering van de geheimhoudingsovereenkomst). Dit stelt franchisenemers in staat zich te laten adviseren en een weloverwogen beslissing te nemen om zich wel of niet aan te sluiten bij de franchiseformule.
Deze regels gelden niet als al bestaande franchisegevers en franchisenemers binnen dezelfde formule een volgende overeenkomst sluiten.
- Potentiële franchisenemers moeten zelf ook informatie over hun financiële positie aan franchisegevers verstrekken. Bovendien moeten zij binnen de redelijkheid en billijkheid ook zelf onderzoek doen voordat zij een franchiseovereenkomst sluiten.
- In de franchiseovereenkomst moeten bepalingen worden opgenomen over het beëindigen van de overeenkomst en goodwill. Zo moeten er bepalingen komen over:
> De wijze waarop wordt vastgesteld óf er goodwill aanwezig is.
> Als dat zo is, hoe de omvang daarvan wordt vastgesteld en in welke mate die goodwill is toe te rekenen aan de franchisegever.
> Hoe de goodwill die is toe te rekenen aan de franchisenemer aan hem zal worden vergoed.
- Een concurrentiebeding dat de franchisenemer beperkt om na afloop van de franchiseovereenkomst concurrerende activiteiten te ontplooien is vanaf 2021 alléén geldig als dit strikt noodzakelijk is voor de bescherming van de knowhow van de formule van de franchisegever. Bovendien moet een dergelijk beding schriftelijk worden vastgelegd én worden beperkt in tijd (tot maximaal 1 jaar na afloop van de franchiseovereenkomst) en gebied (alleen het gebied waarbinnen de franchisenemer werkzaam was).
- Franchisegevers moeten franchisenemers bijstand en commerciële en technische ondersteuning bieden. Franchisenemers moeten hier, als zij daar behoefte aan hebben, ook zelf om vragen.
- Franchisegevers moeten franchisenemers tijdig informeren over voor hen relevante onderwerpen. Bijvoorbeeld over de besteding van de franchisevergoedingen, maar ook over wijzigingen in de overeenkomst of de uitrol van een afgeleide formule.
- Op bepaalde onderwerpen krijgen franchisenemers instemmingsrecht. Zo moeten franchisenemers vanaf 1 januari 2021 onder meer vooraf instemmen met wijzigingen van de overeenkomst en met veranderingen van de franchiseformule die voor de franchisenemer van belang zijn en investeringen verlangen of andere financiële gevolgen hebben.
- Franchisegever en franchisenemer moeten vanaf 1 januari minimaal eenmaal per jaar overleggen.
Daarnaast is in de wet de vrij algemene bepaling opgenomen dat de franchisegever en de franchisenemer zich over en weer als een goed franchisegever respectievelijk franchisegever moeten gedragen.
Bestaande overeenkomsten: op onderwerpen een overgangsperiode van 2 jaar
De Wet franchise is zogenaamd dwingend recht. Dat betekent dat partijen die vanaf 1 januari 2021 een nieuwe franchiseovereenkomst willen sluiten, zich aan deze wet moeten houden. Zij mogen slechts van de regels afwijken als dat in het voordeel is van de franchisenemer.
Voor bestaande franchiseovereenkomsten met een looptijd voorbij 1 januari 2021 komt er voor de bepalingen over goodwill, non-concurrentie en het instemmingsrecht een overgangsperiode van 2 jaar. Deze regels worden voor die overeenkomsten dus pas op 1 januari 2023 van toepassing. De overige regels zijn op 1 januari 2021 wel direct van kracht. Het is dus belangrijk om bestaande franchiseovereenkomsten en processen hier op aan te (laten) passen.
Vragen?
Heeft u vragen over dit onderwerp? Of wilt u laten controleren of uw huidige franchiseovereenkomst aan de nieuwe wet voldoet? Neem dan gerust contact op, de specialisten ondernemings- en contractenrecht van Schravenmade Advocaten staan voor u klaar!