Het is zover, de vakantie staat voor de deur. Lekker rustig komende tijd op de zaak. Of misschien iets te rustig? Omdat u het vakantierooster nog niet rond heeft, of er toch wel heel veel mensen last minute vrij willen nemen? Hoe zit het ook alweer met het recht op vakantie? Schravenmade Advocaten legt het u graag uit.
Op grond van de wet bouwt iedere werknemer 4 keer de overeengekomen arbeidsduur per week op aan vakantie. Werkt iemand 40 uur per week? Dan bouwt hij dus 160 uur (20 dagen) vakantie op. Dit zijn de wettelijke vakantiedagen. Daarnaast heeft u nog de mogelijkheid om bovenwettelijke vakantiedagen toe te kennen. Dat kan in de cao zijn geregeld, maar kunt u ook zelf in de arbeidsovereenkomst of het personeelsreglement vastleggen.
Wettelijke vakantiedagen vervallen in principe 6 maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. De wettelijke vakantiedagen uit 2018 zijn dus onlangs, per 1 juli jongstleden, vervallen. Deze vervaltermijn heeft als doel om werknemers te dwingen op tijd vakantie op te nemen en verlofstuwmeren te voorkomen. Bovenwettelijke vakantiedagen vervallen in principe 5 jaar na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn ontstaan. De bovenwettelijke vakantiedagen uit 2018 vervallen dus op 1 januari 2024.
In beide gevallen kunt u schriftelijk met uw werknemers vastleggen dat de vervaltermijn wordt verlengd. Een verkorting van deze termijnen is niet toegestaan.
In de wet is niet geregeld hoe ver van tevoren werknemers vakantie moeten aanvragen. Om te voorkomen dat dezelfde mensen ieder jaar als eerste aanspraak maken op een bepaalde periode (de schoolvakanties bijvoorbeeld) kunt u in de arbeidsovereenkomst of het personeelsreglement spelregels vastleggen. Zo kunt u uw werknemers vragen hun vakantiewensen voor een bepaalde datum of termijn kenbaar te maken. Ook kunt u in het reglement opnemen dat uw werknemers onderling afspraken moeten maken over de minimale bezetting tijdens vakantieperiodes, voordat zij een verlofaanvraag doen. Daarmee stimuleert u uw werknemers te overleggen en voorkomt u dat u vervelende keuzes moet maken.
Als werkgever moet u op grond van de wet uw werknemers in de gelegenheid stellen om de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Dat betekent dat als de verlofperiode niet in een cao of arbeidsovereenkomst is opgenomen (zoals schoolvakanties bij onderwijzend personeel of de bouwvak) de vakantie wordt vastgesteld conform de wensen van de werknemer. U mag een verlofverzoek dan alleen weigeren als:
Heeft u hier vragen over? Of een andere vraag over het arbeidsrecht? Neem dan gerust contact op met Schravenmade Advocaten. Onze specialisten arbeidsrecht staan voor u klaar.
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.