In april 2021 plaatsten we een blog over het Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur. De wet moet het mogelijk maken om langere tijdelijke huurovereenkomsten voor woonruimte te sluiten én deze huurovereenkomsten tussentijds maximaal een keer te verlengen. Hier bleek zeker gedurende de coronapandemie behoefte aan, maar het wetsvoorstel richt zich ook op de periode na corona. In deze blog geven we een update over de huidige stand van zaken. Want de wet kwam er, maar toch eigenlijk ook weer niet.
In principe geldt voor een huurovereenkomst dat deze het tijdelijke karakter verliest als deze wordt verlengd. Op basis van de geldende wetgeving is het daarom niet mogelijk om huurovereenkomsten tussentijds te verlengen. Of beter gezegd: zodra een huurder en een verhuurder besluiten om een huurovereenkomst te verlengen, dan gaan zij de nieuwe huurovereenkomst aan voor onbepaalde tijd. De huurder heeft bij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd meer huurbescherming dan bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd.
Tijdens de coronapandemie werd de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten aangenomen. Door deze wet konden huurovereenkomsten toch eenmalig verlengd worden, zonder dat zij hun tijdelijke karakter verloren. Op 1 november 2020 kwam deze tijdelijke wet te vervallen. In maart 2021 nam de Eerste Kamer opnieuw een wet aan, waarmee het verlengen van een tijdelijke huurovereenkomst weer mogelijk was, zonder dat het tijdelijke karakter verviel. Per 1 juli 2021 is ook deze wet vervallen en omdat er geen vervangende wetgeving is, geldt vanaf 1 juli 2021 de reguliere wetgeving weer. Het verlengen van een tijdelijke huurovereenkomst is daarmee niet meer mogelijk op basis van de wetten die in de volksmond ook wel coronawetten werden genoemd.
Inmiddels is het Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur door de Eerste Kamer aangenomen. Op 9 december werd met een Koninklijk Besluit de datum van inwerkingtreding bekendgemaakt. Met ingang van 1 januari 2022 is het weer mogelijk om een tijdelijk huurcontract tussentijds eenmalig te verlengen, met een maximale looptijd van drie jaar voor zelfstandige woonruimte en vijf jaar voor onzelfstandige woonruimte. Door de wet is het daarnaast mogelijk om een minimale huurtermijn in de huurovereenkomst op te nemen.
Eind goed, al goed. Of toch niet? In juli 2021 werd namelijk ook een reparatiewet aan burgers en bedrijven voorgelegd. In de reparatiewet wordt de hele verruiming weer teruggedraaid. De Eerste Kamer stemde namelijk alleen met het Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur in na de toezegging van de Minister dat er een reparatiewet zou komen. Op deze manier was het mogelijk om de andere onderdelen waar deze wet op toezag, zoals de opkoopbescherming, al wel in werking te laten treden.Op 21 december 2021 stemde de Eerste Kamer in met de reparatiewet. Omdat de reparatiewet ook per 1 januari 2022 ingaat, net als de Wet opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur, verandert er feitelijk niks aan de huidige regelgeving als het gaat om de tijdelijkheid van huurcontracten. Een tijdelijke huurovereenkomst verandert bij een verlenging daarom weer als vanouds in een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Een advocaat of jurist kan u helpen bij het verzamelen van overtuigend bewijsmateriaal. Wilt u ook rechtsbijstand voor uw civiele procedure, neemt u dan contact op met de specialisten van Schravenmade Advocaten.
Als twee partijen iets met elkaar afspreken is er sprake van een overeenkomst of contract. Particulieren en ondernemingen gaan doorlopend overeenkomsten met elkaar aan. Het contractenrecht is zodoende van toepassing op zowel particulieren als ondernemers.