Als ondernemer moet u soms risico’s nemen. Bij een eenmanszaak of een vof loopt u daarbij in veel gevallen ook privé een risico. Veel ondernemers denken dat dat bij een bv niet zo is. Maar soms kan de bestuurder van een bv ook persoonlijk aansprakelijk zijn: de bestuurdersaansprakelijkheid. Schravenmade Advocaten legt uit hoe dit werkt.
Op grond van de Nederlandse wet (het Burgerlijk Wetboek) hebben bestuurders van een vennootschap zoals een bv, maar ook een nv, een zekere mate van vrijheid om de onderneming te besturen. Daarbij kunnen zij bepaalde risico’s nemen, zonder dat dit bij een tegenvaller of een verkeerde inschatting gevolgen heeft voor het privévermogen van die bestuurders.
Dat komt omdat bv’s eigen rechtspersoonlijkheid hebben: zij mogen zelfstandig verplichtingen aangaan en hebben zelfstandig schulden en bezittingen. Het vermogen van de bv is dus afgescheiden van het privévermogen van de bestuurder. Een bestuurder van een bv is dus in principe niet met zijn privévermogen aansprakelijk voor de schulden van de bv.
Dat kan anders zijn als de bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Bijvoorbeeld als hij niet aan zijn statutaire of wettelijke verplichtingen heeft voldaan, als hij het belang van de onderneming niet voorop heeft gesteld of als hij de bv onbehoorlijk heeft bestuurd. In zo’n geval kan de bestuurder soms wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Daarbij maken we onderscheid tussen interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid.
Interne bestuurdersaansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de bv. Deze aansprakelijkheid is geregeld in artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond van dit artikel moet de bestuurder zijn taken ‘behoorlijk’ vervullen. Doet hij dat niet en is er dus sprake van onbehoorlijk bestuur? Dan kan de vennootschap haar schade op de bestuurder verhalen. Denk hierbij aan de situatie waarin de bestuurder fraude heeft gepleegd, onverantwoorde en buitensporige financiële risico’s heeft genomen of het geld van de bv heeft gebruikt voor privédoeleinden.
Externe bestuurdersaansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover derden. Voor deze vorm van aansprakelijkheid moet een derde partij een beroep doen op artikel 6:162 BW, de onrechtmatige daad. Bijvoorbeeld in de situatie waarin de bestuurder namens de bv verplichtingen is aangegaan terwijl hij op dat moment al wist of behoorde te weten dat de bv die verplichtingen niet zou kunnen nakomen.
Tot slot is er nog een derde vorm van bestuurdersaansprakelijkheid, en wellicht is dit ook de meest bekende vorm: de bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement. Als een bv failliet wordt verklaard stelt de rechtbank ook een curator aan. Een van de taken van deze curator is om te onderzoeken of er voorafgaand aan het faillissement sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Was dat het geval én was dit een belangrijke oorzaak van het faillissement? Dan kan de curator de bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen voor het tekort in faillissement.
Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Of wilt u weten hoe u bestuurdersaansprakelijkheid in uw geval kunt voorkomen? Neem dan gerust contact op, de specialisten ondernemingsrecht van Schravenmade Advocaten staan voor u klaar!
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.