Als twee partijen – particulieren of bedrijven – het niet eens zijn met elkaar en ze komen er onderling niet uit, dan kunnen ze een juridische procedure starten. De rechter spreekt zich dan uit over het conflict. Omdat de rechter zelf geen partij is bij het conflict, neemt hij op basis van zijn eigen waarnemingen en het aangeleverde bewijs een beslissing. Welk bewijs is toegestaan en wie verantwoordelijk is voor het aanleveren van het bewijs, bespreken we in deze blog.
Als hoofdregel geldt dat in principe alle bewijsmiddelen zijn toegestaan, zolang ze maar in de procedure naar voren gebracht zijn. Als het bewijs niet door een van de partijen wordt aangedragen, dan mag de rechter niet zelf op onderzoek uitgaan en zelf bewijs verzamelen. Hierbij valt te denken aan bewijs dat de rechter verkregen heeft omdat hij zelf op internet gezocht heeft.
Dat is anders voor feiten en omstandigheden die algemeen bekend zijn. Die hoeven niet aangedragen en bewezen te worden. Dat Pasen dit jaar op een bepaalde zondag valt, rekenen we onder de feiten die algemeen bekend zijn. Dit mag de rechter dus meenemen in het vonnis, zonder dat dit door één van de partijen is aangedragen of aangetoond.
In artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat dat ‘de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.’ Met andere woorden: wie eist, bewijst.
Toch gaat die vlieger niet altijd op, zoals wel blijkt uit het tweede deel van artikel 150 Rv. Koopt u als consument bijvoorbeeld een koffiezetapparaat en gaat deze machine binnen zes maanden stuk, dan bestaat volgens de wet het vermoeden dat het product al bij de aanschaf niet in orde was. In dit geval geldt er een omgekeerde bewijslast: de verkoper (of de producent) moet bewijzen dat de consument het product zelf niet op de juiste manier heeft gebruikt of de verkoper moet het defect gratis verhelpen.
Zoals we eerder al aangaven, zijn in de rechtbank nagenoeg alle bewijsmiddelen toegelaten. We onderscheiden dan verschillende bewijsmiddelen, namelijk:
De rechter zelf beslist hoe belangrijk een bepaald bewijsstuk is. Daarbij houdt de rechter ook rekening met het weerleggen van bewijsstukken. Als partij A iets beweert en dit onderbouwt met bewijs, dan is het aan partij B om daarop te reageren. Blijft de reactie uit of kan partij B dit niet weerleggen met tegenbewijs, dan zal de rechter in de meeste gevallen de feiten en stellingen die partij A aangebracht heeft, voor waar aannemen.
Een advocaat of jurist kan u helpen bij het verzamelen van overtuigend bewijsmateriaal. Wilt u ook rechtsbijstand voor uw civiele procedure, neemt u dan contact op met de specialisten van Schravenmade Advocaten.
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.