Een tijdje terug schreven we over het tussentijds verhogen van de servicekosten bij huur van overige bedrijfsruimten. Nu energie relatief duur is, proberen veel verhuurders dit door te berekenen. Soms gaat dat via de servicekosten. Sommige huurcontracten bevatten weer andere bepalingen. Vaststaat dat verhogingen onverwacht kunnen zijn. Zeker als u in de veronderstelling bent dat u een vaste huurprijs heeft. Dat kan tot geschillen leiden. Daarom leggen we hier uit wat mag, wat niet en wat de rechten zijn van huurders en verhuurders.
Bij wie ligt het risico van hogere kosten? Bij zakelijke huurcontracten geldt dat dit afhangt van wat er precies is afgesproken, maar dat twijfel of onduidelijkheid vaak in het voordeel van de huurder wordt uitgelegd. In simpele termen: als de verhurende partij niet specificeert dat daadwerkelijk gemaakte kosten zullen worden doorberekend – eventueel met terugwerkende kracht – is de kans groot dat de huurder dergelijke kosten niet hoeft te betalen.
Bent u een zakelijke huurder? Dan heeft u vrijwel altijd een huurcontract voor bepaalde tijd. In principe mag de afgesproken huur niet tussentijds worden verhoogd, tenzij dat expliciet overeengekomen is. Buiten overeengekomen verhogingen, indexeringen of heffing van gemaakte kosten, bestaat er geen enkele grond voor tussentijdse verhoging van de huur, servicekosten of andere financiële verplichtingen van de huurder aan de verhuurder.
Merk op dat er verschillen bestaan tussen zogeheten middenstandsbedrijfsruimtes en overige bedrijfsruimtes. Bedrijfsruimtes van het eerste soort hebben een publiek toegankelijk deel. Denk aan een winkel, café of sportschool. Hier kan door beide partijen, met uitzondering van de eerste vijf jaar van het huurcontract, tussentijds om een oordeel van de kantonrechter worden gevraagd over de hoogte van de huur en andere kosten. Vanzelfsprekend gebeurt dit alleen als de partijen onderling geen overeenstemming kunnen bereiken over een tussentijdse wijziging van de huur.
Of een verhuurder de huur of andere kosten tussentijds mag verhogen, hangt dus af van wat daarover contractueel afgesproken is. Veel zakelijke huurcontracten kennen een vaste verhoging, die mogelijk maakt dat tussentijds verhoogd mag worden door middel van jaarlijkse indexatie. Gebruikskosten van het pand worden vaker als variabel opgenomen in het contract. Dit betekent dat ze tussentijds verhoogd mogen worden, zolang de verhuurder kan onderbouwen dat de betreffende kosten daadwerkelijk gemaakt zijn. De verhuurder moet desgevraagd een overzicht aan de huurder verschaffen waaruit blijkt dat de wijziging van de servicekosten in verhouding staan tot daadwerkelijk gemaakte (energie)kosten.
Dat gemaakte kosten voor energie via de servicekosten aan de huurder mogen worden doorberekend, betekent niet per se dat dit ook met terugwerkende kracht mag. Ook hierbij geldt dat dit expliciet in het contract vermeld moet worden. Bijvoorbeeld dat de energie als voorschot wordt betaald en jaarlijks wordt verrekend met de eindafrekening. Het contract vermeldt de momenten waarop huur en overige kosten voldaan moeten worden én hoe deze kosten tot stand komen. Als een contract niet expliciet vermeldt dat de servicekosten tot stand komen op basis van reeds gemaakte kosten – in tegenstelling tot verwachte kosten – mag een verhuurder gestegen energiekosten niet met terugwerkende kracht aan een huurder berekenen.
Zowel huurders als verhuurders hebben baat bij duidelijkheid over de bepalingen in een huurovereenkomst. Liefst bij de totstandkoming ervan, zodat de kans op geschillen minimaal is. Wij kijken graag met u naar zakelijke huurcontracten en adviseren daarover. Zowel bij het opstellen daarvan als eventuele geschillen over het doorberekenen van (energie)kosten.
Het erfrecht is complex en specialistisch. Bovendien zijn de onderwerpen waar het om draait vaak emotioneel beladen. Het afhandelen van de nalatenschap van een dierbare bijvoorbeeld, kan pijnlijk en zwaar zijn. Zeker als er geen testament is opgemaakt. Of er een conflict over de erfenis dreigt, of al is ontstaan.