Als een werknemer werkloos raakt of dreigt te raken zit hij vaak met veel vragen. Heb ik recht op WW? Hoe lang? En hoe hoog is een WW-uitkering eigenlijk? In dit artikel bespreekt Schravenmade Advocaten 7 zaken die iedereen moet weten over de WW.
Als een werknemer uit zichzelf ontslag neemt zonder dat hij een nieuwe baan heeft, vindt de overheid dat hij de werkloosheid aan zichzelf te wijten heeft. Daarom heeft hij dan in de meeste gevallen geen recht op een WW-uitkering. Dit geldt ook voor een opzegging tijdens de proeftijd.
Veel werknemers zijn niet op de hoogte van deze regel, terwijl de financiële gevolgen groot kunnen zijn. Om die reden heeft een werkgever een verregaande onderzoeksplicht. Zo moet een werkgever onderzoeken of de werknemer daadwerkelijk ontslag wil nemen én of hij goed begrijpt wat de gevolgen zijn. Wij adviseren werkgevers daarom altijd om een in een emotionele bui mondeling aangekondigd ontslag altijd schriftelijk te laten bevestigen, bijvoorbeeld in een brief of een e-mail.
Een werknemer heeft meestal ook geen recht op een WW-uitkering bij ontslag op staande voet. In die situatie heeft de werknemer vaak een (ernstige) misstap begaan en heeft hij het ontslag dus ook aan zichzelf te wijten.
Werknemers die niet uit zichzelf ontslag nemen of op staande voet worden ontslagen, maar wel geheel of gedeeltelijk werkloos worden, hebben recht op een WW-uitkering als zij:
De hoogte van de WW wordt berekend op basis van het sociale verzekeringsloon (sv-loon) dat de werknemer verdiende in het jaar voor hij werkloos werd. Het sv-loon is het loon waarover de werknemer belastingen en sociale premies betaalt.
Aan de hand van dit sv-loon berekent het UWV een zogenaamd dagloon. Dit is nooit meer dan het wettelijk maximum dagloon van € 216,90. Vervolgens berekent het UWV het WW- maandloon. De WW-uitkering is dan weer een percentage van dit WW-maandloon. Als de werknemer naast de uitkering geen inkomsten heeft is de WW-uitkering in de eerste 2 maanden 75% van het WW-maandloon. Vanaf de derde maand is de WW-uitkering 70% van het WW-maandloon.
Ook voor deze berekening vindt u op de website van het UWV een handige rekenhulp.
Werknemers kunnen op de website van het UWV ook gebruik maken van ‘Mijn UWV’. Daar kunnen zij inloggen met hun DigiD en vinden zij een schatting van de duur en hoogte van de WW-uitkering, op basis van de gegevens die bij het UWV bekend zijn.
Voor ambtenaren en werknemers in het onderwijs gelden speciale regelingen. Zo kunnen zij vaak een beroep doen op de bovenwettelijke WW-regeling. Dit is een aanvullende uitkering of een uitkering die langer doorloopt.
Ook voor 50-plussers en mensen met een (arbeids)handicap of ziekte zijn er extra regelingen, omdat het voor hen vaak extra lastig is om nieuw werk te vinden.
Er komt automatisch een einde aan de WW-uitkering als de duur erop zit of als de uitkeringsgerechtigde de AOW-leeftijd bereikt of komt te overlijden. De WW-uitkering stopt daarnaast (gedeeltelijk) als de uitkeringsgerechtigde een nieuwe baan heeft gevonden en hij 2 maanden achter elkaar meer dan 87,5% van het WW-maandloon verdient. Verdient hij minder? Dan krijgt hij nog een aanvullende WW-uitkering.
De WW-uitkering stopt ook na 13 weken ziekte. De uitkeringsgerechtigde krijgt dan een Ziektewetuitkering.
Een uitkeringsgerechtigde kan er tot slot ook voor kiezen om zelf de WW-uitkering stop te zetten. Dan vervalt ook de sollicitatieplicht.
Heeft u hier vragen over? Staat het onderwerp waar u meer over wilde weten er niet tussen? Of heeft u een andere vraag over het arbeidsrecht? Neem dan gerust contact op met Schravenmade Advocaten. Onze specialisten staan voor u klaar.
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.