U sluit aan de lopende band overeenkomsten. Wij ook. Iedereen. Zowel mondeling als schriftelijk, zowel privé als zakelijk. Voor kleine zaken gaan we vrijwel achteloos een overeenkomst aan, terwijl we bij grote aankopen of het aangaan van een samenwerking vaak langer stilstaan. Maar welke juridische eisen worden er eigenlijk gesteld aan de totstandkoming van een overeenkomst? Schravenmade Advocaten vertelt u er graag meer over.
Juridisch gezien komt een overeenkomst tot stand door een aanbod en de acceptatie van dat aanbod. In de wet (artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek) wordt dat ‘aanbod en aanvaarding' genoemd. Dit proces hoeft niet schriftelijk te verlopen. Behalve als de wet iets anders voorschrijft, zijn overeenkomsten namelijk vormvrij. Een overeenkomst kan dus zowel mondeling als schriftelijk tot stand komen. Een mondelinge afspraak hoeft ook niet schriftelijk te worden bevestigd om geldig te zijn. Een overeenkomst kan zelfs stilzwijgend tot stand komen. Als u als automobilist uw auto voltankt gaat u stilzwijgend in op het aanbod van het tankstation.
Een aanbod is pas een aanbod als de essentiële onderdelen van de overeenkomst zoals het object en de prijs erin zijn opgenomen. Met andere woorden, er is sprake van een aanbod als de andere partij slechts ‘ja’ hoeft te zeggen om het te accepteren.
Zolang een aanbod nog niet is aanvaard kan het in principe altijd worden herroepen, behalve als er in het aanbod een termijn voor aanvaarding wordt genoemd. Een vrijblijvend aanbod kan ook na aanvaarding nog worden herroepen, maar dan moest voor de aanvaarding wel duidelijk zijn dat het om een vrijblijvend aanbod ging.
Een schriftelijk aanbod vervalt als het wordt verworpen of niet binnen een redelijke termijn wordt aanvaard. Een mondeling aanbod vervalt als het niet direct wordt aanvaard. Doet de andere partij een tegenbod? Dan geldt dat ook als verwerping van het originele aanbod.
Een aanbod en een aanvaarding zijn pas rechtsgeldig als degenen die bij de
overeenkomst betrokken zijn hun wil kenbaar hebben gemaakt met een wilsverklaring. Dat kan het aanbod zijn maar ook de aanvaarding. Belangrijke voorwaarde daarbij is dat de wil en de wilsverklaring met elkaar in overeenstemming zijn.
Dat wil zeggen dat degene zijn wil kenbaar maakt het ook daadwerkelijk wil. Als iemand een kennelijke vergissing maakt komen wil en wilsverklaring niet overeen en zal er meestal geen sprake zijn van een rechtsgeldig aanbod.
Een voorbeeld hiervan is als iemand overduidelijk en per ongeluk een product tegen een veel te lage prijs aanbiedt. Het overkwam Leen Bakker in 2017, toen zij op de website een hoogslaper aanboden voor 24 euro, terwijl deze in werkelijkheid 319 euro kostte. Ook MediaMarkt maakt onlangs een dergelijke fout: zij boden in hun webwinkel Apple computers van ongeveer 2000 euro aan voor 6 euro. Van dergelijke aanbiedingen kunt u op uw klompen aanvoelen dat zij te mooi zijn om waar te zijn. Een op die prijs gebaseerde koopovereenkomst zal bij de rechter dan ook meestal niet in stand blijven.
Hierop wordt wel weer een uitzondering gemaakt op het moment dat degene die het aanbod aanvaardde er vanuit mocht gaan dat wil en wilsverklaring wél overeenstemden. In juridische zin spreken we dan van ‘gerechtvaardigd vertrouwen’: de andere partij mocht erop vertrouwen dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand kwam. Bijvoorbeeld als het helemaal niet zo duidelijk was dat iemand een vergissing (of een grapje) maakte, omdat de prijs van het aanbod niet zoveel verschilde van de werkelijke prijs. Of omdat de prijs bij navragen werd bevestigd door een medewerker van de klantenservice.
Heeft u vragen over een overeenkomst? Of wilt u door ons een overeenkomst laten opstellen of controleren? Neem dan gerust contact op met Schravenmade Advocaten, wij staan voor u klaar.
Het arbeidsrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wetgeving verandert continu, rechtspraak en literatuur geven steeds weer een andere kijk op de zaken.